Onwerkbare regels door nieuwe PGS 15: Gebouweigenaren staan voor hoge kosten door verhoogde eisen aan brandwerendheid en bluswater
De publicatie van het concept Publicatiereeks Gevaarlijke Stoffen 15 (PGS 15:2023 versie 0.1) zorgt voor ingrijpende veranderingen voor opslaghouders van gevaarlijke stoffen. De aangescherpte richtlijn stelt nu ook specifieke eisen aan de gebouwen waarin meer dan 2,5 ton gevaarlijke stoffen wordt opgeslagen. Voorheen lag de nadruk vooral op de opslagmethoden, de opslagruimte en de voorzieningen binnen de opslagruimte. Het nieuwe concept voegt hieraan eisen toe voor het gebouw waarin de gevaarlijke stoffen worden opgeslagen. Volgens Siebe Buijse, voorzitter van de Verenigde Leveranciers Prefab Opslagsystemen (VLPO), betekent deze wijziging een aanzienlijke financiële last voor opslaghouders: “Hoewel de nieuwe richtlijnen kunnen bijdragen aan de veiligheid en bescherming van het milieu, zijn de bijkomende kosten voor bedrijven niet te onderschatten.”
Het aanpassen van bestaande gebouwen aan de nieuwe eisen kan volgens Buijse enorm kostbaar zijn. “Wij vrezen dat er onvoldoende is nagedacht over de consequenties van deze verzwaring. Het is bovendien twijfelachtig of deze maatregel in de praktijk een substantiële bijdrage levert aan de veiligheid”, zegt hij. Met name maatregel 18 uit het concept springt volgens hem in het oog: ‘(…) Wanneer de opslagvoorziening meer dan 2.500 kg gevaarlijke stoffen bevat of er meerdere opslagvoorzieningen zijn met een totale opslag van meer dan 2.500 kg, moeten eventueel boven- en onderliggende bouwconstructies minimaal dezelfde brandwerendheid tegen bezwijken hebben als de WBDBO-waarde van de opslagvoorziening (…)’ Buijse: “Bij bestaande bedrijfspanden is het bijna onmogelijk om technische brandwerendheidberekeningen uit te voeren. En als het al mogelijk is dan is een aanpassing aan het bedrijfspand vaak alleen realiseerbaar tegen zeer hoge kosten.”
Commissie creëert onwerkbare regels
De nieuwe PGS 15 is opgesteld door een commissie met vertegenwoordigers uit verschillende betrokken branches. Volgens de VLPO weerspiegelt deze echter niet de belangen van de gebruikers, waardoor een onleesbaar en onwerkbaar document is ontstaan. Buijse: “Het is onbegrijpelijk hoe een kleine commissie in korte tijd wetgeving kan formuleren met zulke verstrekkende gevolgen voor het bedrijfsleven. Bovendien is er geen berekening gemaakt van de economische impact, wat een fundamentele stap had moeten zijn.”
Verkeerde voorstelling van zaken
De commissie stelt dat de wijzigingen ten opzichte van de vorige PGS 15 beperkt zijn. De VLPO betwist dit en wijst erop dat de markt nog steeds de versie uit 2016 gebruikt, die bekrachtigd is door het Activiteitenbesluit. De wijzigingen ten opzichte van deze versie zijn omvangrijk en ingrijpend. De VLPO, die in samenwerking met Metaalunie in 2019 is opgericht, heeft haar bezwaren ingediend tegen de conceptversie van de PGS 15, maar tot op heden geen reactie ontvangen. Het is dus nog onduidelijk of de maatregelen in de definitieve versie behouden blijven. Bedrijven worden geadviseerd om zich tijdig te informeren over de nieuwe eisen en de noodzakelijke aanpassingen door te voeren om aan de PGS 15 te voldoen. Voor meer informatie kunnen zij terecht bij de leden van de VLPO (www.vlpo.org/aangesloten-bedrijven).